Gelukkig zijn we allemaal anders

Het is niet bijzonder om uniek te zijn, dat zijn we allemaal. We hebben allemaal een verschillend brein, en dat geldt zelfs voor eeneiige tweelingen. Variatie was de motor van onze evolutie, en een ander brein kan ons nu een andere kijk op een probleem geven. De verschillen in culturele omgeving hebben ook hun invloed op de ontwikkeling van onze hersenen en gedrag. Ook veroudering gaat gepaard met veranderingen in hersenen en gedrag.

De basis voor onze verschillen wordt gelegd tijdens de hersenontwikkeling. In een enorm tempo ontwikkelen zich in de baarmoeder en de eerste jaren na de geboorte onze hersenen tot een netwerk van 100 miljard neuronen en 1000 maal 1000 miljard plaatsen waar zenuwcellen contact met elkaar maken. De zenuwcellen zijn verbonden door meer dan 100.000 kilometer zenuwvezels. Door een combinatie van onze genetische achtergrond, het zelforganiserend vermogen en de programmering gedurende de ontwikkeling in de baarmoeder zijn onze hersenen uniek geworden en zijn onze karaktereigenschappen, talenten en beperkingen al voor een belangrijk deel vroeg vastgelegd.

In de baarmoeder zijn ook ons gevoel man of vrouw te zijn (gender-identiteit, transseksualiteit), de mate van onze agressie, onze seksuele oriëntatie (hetero- homo- en biseksualiteit) en in een belangrijke mate ook ons karakter, talenten en beperkingen reeds vastgelegd. Zijn wij eenmaal volwassen, dan zijn er grote beperkingen aan de modificeerbaarheid van onze hersenen.